In Jongensbrein/Meisjesbrein wordt onderzocht wat de breinverschillen zijn tussen jonge jongens en meisjes.
Zitten hun hersenen anders in elkaar? (‘Hm, dat valt eigenlijk wel mee’) Functioneren onderdelen van hun hersenen anders? (’tsja, een beetje wel, maar hoe jonger het kind, hoe kleiner die verschillen’). Leren ze anders? (‘ja, vooral door de tempoverschillen en grillige ontwikkeling bij jonge kinderen’). Is de invloed van thuis en de sociale omgeving groot? (‘ja’). Tot slot biedt JB/MB en ode aan de kleuterjongetjes. Omdat ze dat verdienen, vindt de schrijfster.