Ik ben erevoorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Lastige Kleuters, de NVLK. Een vereniging die overigens niet bestaat, maar wel zou moeten bestaan.
Zo’n vereniging zou zich in moeten zetten voor de belangen van kleuters die niet goed mee kunnen komen in het onderwijs. Omdat ze opvallend gedrag vertonen. Zichzelf in de weg zitten en zich slecht kunnen concentreren. En anderen storen, ook dat vaak.
Deze kleuters verdienen onze aandacht, net als alle kleuters. En wellicht zelf ietsje meer dan anderen, omdat we willen observeren of hun opvallende gedrag ze structureel in de weg gaat zitten in hun ontwikkeling. Dat is op zich goed, die vroegsignalering. Maar er zit een addertje onder het gras.
Jonge kinderen worden in toenemende mate ‘gesignaleerd’ en het lijkt er sterk op dat de manier waarop we kijken naar het onderwijs aan jonge kinderen daar wat mee te maken heeft. We stellen best hoge eisen aan ze en verwachten al jong ‘leerrendement’.
Dat zit mij dwars, dat baart mij zorgen…
Lastige kleuters
Uit de literatuur blijkt dat in de schoolse omgeving van kleuters, qua vroegsignalering, vooral externaliserend probleemgedrag opvalt. Dat is dat gedrag waar eigenlijk niemand blij van wordt, ook de opvoeders thuis niet. Denk aan druk gedrag, anderen storen, (veel) boze buien, dingen afpakken van anderen of kapot maken. Deze kinderen komen niet toe aan een ‘opgave’ en nemen zelf ook weinig initiatief tot activiteiten die een redelijke mate van concentratie en toewijding vragen. Dit gedrag wordt door leerkrachten erg zorgelijk gevonden omdat deze kinderen niet alleen zichzelf, maar ook anderen storen een soms bang maken of zelfs pijn doen. De tegenpool van externaliserend is internaliserend probleemgedrag. Ook dat valt op en roept ook zorg op. Maar leerkrachten schakelen minder snel specialisten in en zijn minder bang voor de effecten die dat gedrag op andere kinderen heeft.
Gewoon, bijzonder of (beginnende) stoornis?
Er zijn aanwijzingen dat, hoe storender het gedrag van een kind in de groep is, hoe sneller er door professionals wordt gedacht aan een stoornis. Dat kan een leerstoornis zijn of een (beginnende) ontwikkelingsstoornis. En dat zou ook best het geval kunnen zijn natuurlijk. Kinderen die erg veel moeite hebben met grip te krijgen op hun wereld, meer dan je op grond van hun leeftijd zou verwachten, die kunnen bijvoorbeeld een cognitieve beperking hebben. Of ze groeien op in een schadelijke of onveilige situatie thuis. Maar ook als dat allemaal niet het geval is, dan kunnen jonge kinderen, peuters en kleuters, aanpassingsproblemen hebben in de groep, op school of in de peutergroep. En daarom is het oppassen geblazen met de vroegsignalering en etikettering van lastige kinderen.
De meest voor de hand liggende verklaring voor lastig, opvallend en externaliserend gedrag ligt in de vroege breinontwikkeling. Het kinderbrein is nog lang niet af en de zich ontwikkelende functies liggen nog vooral in het ‘binnenbrein’. De functies in de cortex zijn nog niet of amper tot ontwikkeling gekomen. De regulatie van emoties en driften en het beheersen van het eigen gedrag zijn voor peuters en kleuters nog ontzettend moeilijk. Ze hebben er de hulp van anderen bij nodig. Om ze af te leiden, gerust te stellen en om tips te geven voor ander, wenselijker gedrag. En dan de veel genoemde executieve functies: concentratie en inhibitie, dat zijn grote opgaves voor het jonge kind. Vooral die inhibitie: het uitsluiten van prikkels van binnenaf en van buiten en het je dan moeten concentreren op iets anders, dat is keimoeilijk. Vooral kinderen die een sterk naar buiten gericht temperament hebben, of die te weinig leerervaringen met zelfregulering hebben kunnen opdoen, die blijken dan meer tijd een ondersteuning nodig te hebben om zich te voegen naar een complexe omgeving zoals een volle groep kleuters. Vaak gaat het in groep drie al veel beter, gelukkig, en dooft het probleemgedrag uit. Lastig gedrag is daarom vaak min of meer leeftijdsconform probleemgedrag. Geduld is een schone zaak.
Het mission statement van de NVLK
Nogmaals, de NVLK bestaat niet. Maar er is wel een pleidooi te voeren voor een bejegening van jonge kinderen in de kleutergroepen, die tegemoet komt aan het functioneren van het jonge kinderbrein. De NVLK vindt er dit van:
- “We hebben recht op begrip voor de manier waarop we ons ontwikkelen”
- “We hebben recht op leerervaringen die het beste bij ons brein passen.”
Ik schreef een boek over probleemgedrag in de kleutergroepen. Dat boek heet ‘De Lastige Kleuter’. Veel mensen vinden dat een harde titel, maar ik dacht, ik kan maar beter duidelijk zijn waar het over gaat. Ik behandel de leeftijdsconforme problemen, maar ook de vroegsignalering en (beginnende) stoornissen.
Het boek is momenteel nog beperkt voorradig. Je kunt het boek bestellen door middel van het bestelformulier onder het kopje ‘boeken’ op deze website.