De tijd dat kinderopvang er is was om ‘op de kinderen te passen’ ligt achter ons. De sector heeft zich, geprikkeld door toegenomen belangstelling van de overheid, ontwikkelt tot een indrukwekkend pedagogisch educatief aanbod. Over het hele land zijn er zo’n kleine 17.000 locaties, van peutergroepen tot avontuurlijke buitenschoolse opvang. Duizenden houders (zo noemt de wet de aanbieders) leveren kinderopvang onder de wet kinderopvang (WK/IKK) en onder de wet primair onderwijs. In dat laatste geval gaat het om voorschoolse educatie, die in partnership met gemeenten en basisscholen wordt uitgevoerd.
De toekomst van de sector zal er niet eenvoudiger op worden; er zijn meerdere, sterk strategische invloeden. Zo is er het politieke en publieke debat over kinderopvang en onderwijs (Moet kinderopvang ook een publieke voorziening worden?), de toegankelijkheid en de manier van financiering. De kinderopvangtoeslag-affaire klinkt nog na. Maar meer concreet is er een groot personeelstekort, terwijl de vraag naar kinderopvang alleen maar toeneemt.
De strategische opgave voor kinderopvangorganisaties is enorm en de druk op het management is hoger dan ooit. Dat vraagt om professionalisering, aanpassing en het bouwen aan leiderschapskwaliteiten. Op elk niveau.
De managementopgave is ‘hybride’ en deels zelfs tegenstrijdig: er moet een ‘toko gerund worden’. De kinderopvang is sterk gereguleerd en de kwaliteitseisen strikt. Ook de bedrijfseconomisch kant vraagt sterke sturing. De marges zijn klein en de kinderopvang is sterk conjunctuurgevoelig. Aan de andere kant is er het primaire proces, waarbij de beroepskrachten en het middle-management met zichzelf als instrument werken. Het is echt mensenwerk. En de cultuur in de kinderopvang wordt wel beschreven als een drang naar ‘niceness’. Zachte managementstijlen worden meer geapprecieerd dan -wat wordt geassocieerd met- harde managementstijlen.
De toekomst van de sector zal meer dan het nu is, het domein moeten worden van de aanbieders zelf. Zij werken teveel ‘stand-alone’ en laten de strategische ontwikkelingen te argeloos aan de buitenwereld over. Aanpassen aan wat er gebeurt is kennelijk makkelijker dan invloed uitoefenen op wat er gebeurt?
Speciaal voor directeuren en het hoger management in de kinderopvang (of ketenvormen zoals IKC’s schreef ik een boek waarin de strategische opgave analyseerde. Door gebruik te maken van bedrijfskundige theorie en onderzoek wordt geanalyseerd en onderbouwd welke managementstijlen er nodig zijn. Bestel hier Het Managementboek voor de Kinderopvang.