‘Op het schoolplein, bij de peuters, of binnen een IKC komen ze elkaar tegen, de kinderopvang en het primair onderwijs’. En het is een wat gespannen ontmoeting: beide sectoren hebben in hun cultuur-historische achtergrond, wetenschap en theoretische tradities een eigen opvatting over wat spelen en leren bij jonge kinderen betekent. Maar ze delen ook wat: een wereldwijde professionalisering van de opvoeding en educatie van het jonge kind. Dat is een lonkend perspectief.
Peuteren en Kleuteren biedt een diepgaande neuro-wetenwetenschappelijke benadering van de bijzondere manier waarop jonge kinderen leren. Want het jonge kind leert anders dan het nòg iets jongere kind en ook weer anders dan het óudere kind. En het maakt niet uit hoe wij dat nou noemen, spelen of leren, het zijn autonome en krachtige leerwezens!
Met zijn uitgebreide wetenschappelijke en theoretische APA-referenties is dit boek in veel opleidingen verplichte vakliteratuur.